Overige biotopen

Algemeen
Ondanks haar geringe oppervlakte heeft Nederland een grote verscheidenheid aan landschappen. Deze verscheidenheid is deels te danken aan de van nature aanwezige verschillen in vruchtbaarheid en vochtigheid van de grond en deels door het grondgebruik door de mens. Als gevolg hiervan is Nederland rijk aan biotopen, geschikt voor tal van planten en dieren. De variatie in biotopen is groot: van grote aaneengesloten bossen tot kleine drinkpoelen in weilanden. Elk biotoop wordt gekarakteriseerd door biotische en abiotische kenmerken. Elk biotoop heeft daardoor een eigen planten- en dierenwereld. Een biotoop kan bestaan uit een geisoleerd, min of meer rond eiland temidden van een gecultiveerde omgeving maar ook als langgerekt lint in het landschap. Een biotoop kan functioneren als een laatste refugium voor planten- en diersoorten maar ook als verbindingszone voor plant en dier. Vooral door schaalvergroting van de landbouw en door grootschalige landinrichtingsprojecten is de verscheidenheid aan en variatie binnen de biotopen sinds het begin van de 20e eeuw echter sterk verminderd. Desondanks is de rijkdom aan biotopen in Nederland nog aanzienlijk.

Lintvormige landschapselementen
De sterke intensivering van de agrarische activiteiten in de afgelopen decennia heeft geleid tot een versnippering van de natuur in het landelijk gebied. De landbouwpercelen bieden tegenwoordig nauwelijks nog overlevingskansen aan inheemse planten- en diersoorten die daardoor zijn aangewezen op de door de landbouw gespaarde bermen en oevers tussen de percelen. Hierdoor is het belang van deze versnipperde natuur sterk toegenomen. Enkele belangrijke (natuur)functies van de lintvormige landschapselementen zijn:

  • Refugium: planten en dieren vinden hier een laatste geschikte groeiplaats en leefgebied. Het werkt alleen goed als refugium (vluchtplaats) als het volgens natuurtechnische principes is aangelegd en wordt beheerd.
  • Mogelijkheid tot verbreiding: lintvormige landschapselementen bieden aan veel planten en vooral aan insekten en andere kleine diersoorten gelegenheid om zich te verbreiden. Door hun ligging kunnen de linten een schakel vormen tussen geÏsoleerde natuurgebieden.
  • Onderdeel van voedselketens: bloeiende en zaaddragende planten vormen een onmisbare schakel in veel voedselketens. Zo zijn veel insekten, waaronder (honing)bijen, vlinders en hommels, in toenemende mate aangewezen op voedselbronnen buiten de produktielandbouwgebieden. De ‘biddende’ torenvalk en de ‘roestende’ buizerd op een paaltje in de berm zijn bekend verschijnselen die aangeven dat bermen fungeren als leefgebied voor kleine zoogdieren.
  • Genenbron: de vaak nog onbekende eigenschappen van inheemse wilde planten kunnen in de toekomst belangrijk zijn voor kruisingen met cultuurplanten ten behoeve van de plantenveredeling. De inheemse planten zijn in feite ‘levende genenbanken’.
  • Landschappelijk: de lintvormige elementen vormen een belangrijk onderdeel in de verschillende landscahpstypen. Daarnaast zijn ze aantrekkelijk voor de recreant.