Natuurlijke oevers
De oevers van watergangen vormen een overgang van water naar land en kunnen naar gelang hun constructie belangrijke gradiënten vormen waarop zich een veelsoortige oeverbegroeiing kan ontwikkelen. Dit levert een belangrijke bijdrage aan de verscheidenheid van natuur en landschap in het waterrijke Nederland.
Aanleg van flauwe taluds en plasbermen langs waterlopen kan van aanzienlijke betekenis zijn voor het instandhouden van wilde plantensoorten. Wat tegenwoordig oeverplanten worden genoemd zijn in feite soorten die vroeger op uitgebreide schaal in vochtig en slecht ontwaterde schrale graslanden groeiden. Een voorbeeld hiervan is de Dotterbloem. Water- en oeverplanten, zowel de boven het water uitgroeiendeals de onder water groeiende soorten, zijn essentieel als schakel in voedselketens en in de levenscyclus van vele diersoorten. Bovendien spelen zij een belangrijke rol bij de verbetering van de waterkwaliteit van het oppervlaktewater (biologisch ‘zelfreinigend’ vermogen).
De natuurwaarde van de oevers kan worden bepaald met behulp van een inventarisatie.