Rietoevers

Oeverbescherming
Oeverplanten houden met hun ondergrondse netwerk van wortels de bodem vast waardoor de stabiliteit van de oever en de weerstand tegen erosie wordt vergroot. Ook de bovengrondse delen spelen een rol bij de oeverbeschermende werking van de vegetatie. De stengels dempen de golven en kunnen zwevend slib invangen. De bovengrondse delen van riet blijven in de winter staan waardoor ze ook in die periode een golfreducerende werking blijven uitoefenen.

Onderzoek
Een aantal waterschappen in Nederland is bezig met het omzetten van het reguliere intensieve rietheer in ecologisch rietbeheer. Het doel van deze extensievere vorm van beheer is een toename van de ecologische waarde van de rietoevers terwijl de waterstaatkundige functie van het riet intact blijft.
Onderzoek heeft aangetoond dat het omzetten van het intensieve rietbeheer in een extensievere vorm van beheer meestal leidt tot verandering van de vegetatiesamenstelling en -structuur die vaak samengaat met een toename van het aantal plantensoorten. Ondanks deze kennis blijft het noodzakelijk het effect van toepassing van nieuwe vormen van beheer in de praktijk te volgen en regelmatig te evalueren. Monitoring wordt in het algemeen gezien als een geschikt instrument voor evaluatie van inrichting en beheer. Op basis van de bevindingen tijdens de monitoring kan worden besloten het beheer aan te passen ten einde sneller een beter resultaat te behalen.

Streefbeeld en doelsoorten
Om na te kunnen gaan of bij een bepaald beheer de vegetatieontwikkeling positief verloopt, dient een streefbeeld te worden opgesteld. Dit streefbeeld wordt vertegenwoordigd door doelsoorten. Het streefbeeld en de doelsoorten zijn afhankelijk van de ecologische potentie van de oevers langs de kanalen. De potentie hangt onder meer af van de standplaatsfactoren (bodemsamenstelling, waterhuishouding, waterstand) en het beheer, maar ook van de dispersie van de soorten. Ook al zijn de omstandigheden geschikt voor een bepaalde vegetatie; als de soorten er niet kunnen komen zal deze vegetatie zich nooit kunnen ontwikkelen.
Voor het opstellen van het streefbeeld kan gebruik worden gemaakt van de actuele vegetatie op vergelijkbare kanaaloevers met een goed ontwikkelde, soortenrijke begroeiing (actuele referentie). Ook kan worden teruggegrepen naar oudere gegevens van de oevers van de betreffende kanalen (historische referentie). Desgewenst kan deze informatie worden aangevuld met literatuurgegevens.

Praktijkproef
Rietoever Waardkanaal: praktijkproef ecologisch rietbeheer Vanaf 1998 worden de rietoevers van het Waardkanaal en Groetkanaal in de kop van Noord-Holland ecologisch beheerd. Van 1998 tot en met 2003 heeft EurECO hier onderzoek gedaan aan de hand van 24 permanente proefvakken. Het doel van het onderzoek was om na gaan welk effect het ecologische rietbeheer heeft op de kwaliteit en samenstelling van de rietkraag en op de bescherming van de oevers door de rietkraag.